De mens en oude gemeenschappen leefden sinds oudsher in verbinding met de natuur, met een bewustzijn dat alles bezielt is en alles verbonden is en dat er een bepaalde harmonie geldt in deze samenhang. Zodra er een verstoring is in
de verbinding of harmonie dan ontstaan symptomen die gezien worden als ‘ziekte’ van bijvoorbeeld een persoon, een stuk land/natuur, een gemeenschap, etc.
Deze gemeenschappen hebben vaak een of meerdere helers of spirituele leiders (bijvoorbeeld een medicijnman) die zich bezig houden met alles om ons heen, zowel de fysieke als de ongeziene wereld en die samenwerken met krachtdieren en
spirithelpers om een verstoring op te sporen en harmonie te herstellen.
Alles is energie en beïnvloedt elkaar. Er is zoveel wat we niet kunnen waarnemen. Als je weet dat onze ogen maar een bepaald lichtspectrum en ons gehoor maar een bepaald frequentiebereik kunnen waarnemen, dan is er zoveel meer om ons heen dan we fysiek kunnen registreren. Een Sjamaan gebruikt een trancestaat om als het ware ‘uit te treden’ waardoor deze niet meer afhankelijk is van de beperking van de fysieke zintuigen en met het energielichaam de waarneming verhoogt. Vaak gebruikt een Sjamaan (of Practitioner) het ritme van de drum of een ratel om in deze staat te komen. Ook plantmedicijn wordt in bepaalde culturen hiervoor gebruikt. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van bijvoorbeeld rituelen, klank, dans en ademwerk voor onder andere het herstel van harmonie. Aan deze levenswijze is later door antropologie de termen ‘Sjamaan’ en ‘Sjamanisme’ gegeven.
Zie ook:
Sjamanistisch Consult